Met de Beebot kan je kinderen kennis laten maken met programmeren. Door de Beebot naar plaatsen te sturen, leer je om te programmeren.  Je kan  verschillende soorten plaatsen gebruiken. Zo kan je de letters van het alfabet gebruiken, maar ook sporten, etenswaren en dieren. Het is een leuke een leerzame manier om programmeren te verkennen.

 

 

In dit eerste filmpje leer ik een jongen uit groep 3/4 om te programmeren met de Beebot. Als plaatsen hebben wij etenswaren gebruikt. Ik geef een route aan die de Beebot moet rijden en hij gaat die programmeren. Hierbij gebruikt hij de vorm van de Beebot verplaatsen. Wat ik daarmee bedoel is dat hij de Beebot verplaatst in de stappen die hij wil zetten. Waar we naartoe proberen te werken is dat de kinderen leren plannen, dus zonder de stappen die deze jongen zet. Maar uiteindelijk komt de Beebot toch goed op zijn eindbestemming met de goede route.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In dit filmpje leer ik een jongetje uit groep 1/2  om de Beebot te programmeren. Hij heeft al eerder kennis gemaakt met de Beebot, dus hij weet al wat meer over het plannen van de route van de Beebot.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mislukt

Wat we de kinderen ook mee probeer te geven is dat als het mislukt dat dat helemaal niet erg is. Van je fouten kan je leren! Als je het de volgende keer opnieuw doet weet je wat er verkeerd is gegaan en waar je dus extra op moet letten. In dit filmpje was het fijn dat een ander jongetje vertelde wat er fout was gegaan, en dat het niet erg was. Dus uiteindelijk hadden we weer wat geleerd.

Bij het leren programmeren is fouten maken heel gewoon, want fouten kun je herstellen. Dat noem je in de computertaal ook wel debugen.